Havo

De havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) is het op één na hoogste niveau binnen het voortgezet onderwijs in Nederland. Ongeveer 25% van de basisschoolleerlingen gaat hier naartoe. De havo duurt vijf jaar en is in principe geen eindonderwijs. Het is algemeen vormend (theoretisch) onderwijs en geen beroepsopleiding. Na de havo leren veel leerlingen door op het mbo of het hbo.

Profielen op de havo

Op de havo kunnen scholieren na de derde klas kiezen uit vier profielen. Een profiel bestaat uit een onderwijsprogramma dat de leerling voorbereidt op een opleiding aan een mbo of hogeschool (hbo).

• Natuur en techniek (NT)
• Natuur en gezondheid (NG)
• Economie en maatschappij (EM)
• Cultuur en maatschappij (CM)

Elk profiel heeft een gemeenschappelijk deel. Dat deel is voor alle profielen gelijk en bestaat uit basisvakken. Denk daarbij aan Nederlands, Engels en maatschappijleer. Daarnaast heeft elk profiel een eigen deel, het profieldeel. Voor het NT-profiel kan dit bijvoorbeeld wiskunde en natuurkunde zijn en voor het CM-profiel geschiedenis en economie. Ten slotte is er een vrij deel. Dat betekent dat de leerling vakken kan volgen uit een ander profiel. Zoals bijvoorbeeld natuurkunde in een CM-profiel. Het volgen van extra vakken kan meer mogelijkheden bieden in de doorstroom naar het mbo of het hbo.

Praktijkgericht programma

In 2022 zijn ongeveer 25 havo-scholen gestart met een praktijkgericht programma. Een programma dat leerlingen helpt hij het maken van een keus voor het vervolgonderwijs aan de hand van echte ervaringen met opdrachten uit de praktijk. Vanaf 2023 mogen alle havo’s dit praktijkgerichte programma aanbieden als extra vak.

Na de havo

Als een havoleerling de eerste drie leerjaren goed heeft doorlopen, kan hij of zij doorstromen naar het mbo. Hier heeft de leerling geen diploma voor nodig. Met een havodiploma kunnen leerlingen verder leren op het vwo, met mbo of op het hbo.