De overgang van po naar vo

De keuze voor een school voor voortgezet onderwijs start al in de leerjaren voor groep 8. Leerkrachten van de basisschool houden, in een leerlingvolgsysteem, de vorderingen van de leerlingen bij en weten ongeveer op welk niveau zij presteren en naar welke vorm van vo zij door kunnen stromen. Sommige scholen nemen in de leerjaren voor groep 8 een ‘entreetoets’ af. Deze toets is niet verplicht, maar maakt soms deel uit van het leerlingvolgsysteem dat een school gebruikt.

Vaak wordt in de leerjaren voor groep 8 al met de leerlingen en zijn ouders gesproken over vormen van voortgezet onderwijs die voor de betreffende leerling geschikt zijn. In de overgang van po naar vo zijn een aantal onderdelen verplicht. Hierna lees je welke.

Naast deze verplichte onderdelen kan een basisschool de advisering rond de overgang van po naar vo zelf vormgeven. Deze kan dus per school verschillen, maar de volgende onderdelen moeten daar altijd deel van uitmaken.

Voorlopig schooladvies

Als leerlingen al meer dan zeven jaar op de basisschool zitten, weten de leerkrachten natuurlijk veel over de leerling en hun leerprestaties. Alle informatie zit in het leerlingvolgsysteem of leerlingdossier. Zo kan de leerkracht goed inschatten welke opleiding geschikt is voor een leerling.

In groep 8, moeten basisscholen aan alle leerlingen in groep 8 een voorlopig schooladvies geven. Dit moeten ze doen tussen 10 en 31 januari, voor de doorstroomtoets wordt afgenomen.

Een schooladvies kan een ‘enkelvoudig advies’ zijn, bijv. vmbo-kb of een ‘meervoudig schooladvies’, bijv. vmbo-tl/havo.

Doorstroomtoets

Vanaf het schooljaar 2023-2024 maken alle leerlingen uit groep 8 (ook van het speciaal onderwijs) een doorstroomtoets. Deze toets wordt afgenomen in februari en kan zowel digitaal als op papier afgenomen worden.
De doorstroomtoets meet de taal- en rekenvaardigheden van leerlingen. Daarnaast kan andere kennis en vaardigheden gemeten worden.

Elke school bepaald zelf welke doorstroomtoets ze gebruikt, maar het moet wel een toets zijn die door het ministerie van OCW is goedgekeurd.

De resultaten van de doorstroomtoets heet het toetsadvies.

Schooladvies

Na de uitslag van de doorstroomtoets komen toetsadvies en schooladvies samen en volgt een definitief schooladvies. Valt het toetsadvies hoger uit dan het voorlopig schooladvies, dan overweegt de basisschool haar advies. In overleg met de leerling en zijn ouders/verzorgers kan het advies naar boven bijgesteld worden. Dit is niet verplicht! Als de basisschool het advies niet bij wil stellen moet ze wel motiveren waarom ze dat niet wil.

Valt het toetsadvies lager uit dan het voorlopig schooladvies, dan wordt het schooladvies niet bijgesteld. De leerling krijgt de kans om in het vo te laten zien wat hij kan.

Onderwijskundig rapport

Basisscholen moeten van elke leerling een onderwijskundig rapport maken. Dit rapport geeft een beeld van de leerresultaten en vorderingen, het gedrag, de (sociaal-emotionele) ontwikkeling en de ondersteuningsbehoeften van de leerling. Ook het schooladvies en het advies op basis van de score op de doorstroomtoets (het toetsadvies) maken deel uit van het onderwijskundig rapport.

De basisschool stuurt het onderwijskundig rapport naar de school voor voortgezet onderwijs waar een leerling naar toe gaat. Wanneer ze dat doen bepaald de basisschool samen met de school voor voortgezet onderwijs.

Definitieve schooladvies

Leerlingen en hun ouders ontvangen uiterlijk 24 maart het definitieve schooladvies van de basisschool. Tussen 25 en 31 maart kunnen leerlingen zich dan aanmelden bij de middelbare school (het voortgezet onderwijs).

Schoolkeuze

In de meeste gevallen kiezen leerlingen van de basisschool, samen met hun ouders, een school voor voortgezet onderwijs. Als er in de omgeving waar je woont veel verschillende scholen zijn, is het verstandig al in groep 7 deze scholen te bezoeken tijdens open dagen.