Leerlingen die (tijdelijke) ondersteuning nodig hebben, kunnen leerwegondersteunend onderwijs (lwoo) krijgen. Ze krijgen dan extra hulp, zoals orthodidactische of orthopedagogische hulp. Sommige vmbo-scholen hebben een aparte voorziening voor leerlingen die leerwegondersteunend onderwijs krijgen. Dat betekent dat de jongeren les krijgen in kleinere groepen en meer in hun eigen tempo kunnen werken. In het lwoo volgen leerlingen wel hetzelfde programma als de andere leerlingen. De lesstof is dus niet anders. Lwoo-leerlingen zitten soms in aparte klassen, maar vaak ook bij hun vrienden in ‘gewone’ vmbo-klassen, ze krijgen alleen wat extra aandacht en steun als dat nodig is en vaak profiteert een hele klas daarvan, bijv. doordat door lwoo-gelden de klassen kleiner gehouden kunnen worden.
Wanneer leerwegondersteuning?
De middelbare school beslist of een leerling voor leerwegondersteunend onderwijs in aanmerking komt. Vervolgens bepaalt het regionaal samenwerkingsverband of de vmbo-school hier extra geld voor ontvangt. Ook leerlingen die geen indicatie hebben, kunnen eventueel worden toegelaten tot het lwoo. De vmbo-school beslist hierover.
Als leerwegondersteuning niet lukt
Kan een leerling in het leerwegondersteunend onderwijs de lessen door omstandigheden niet volgen? Dan kan hij of zij onder bepaalde voorwaarden naar het speciaal onderwijs of het praktijkonderwijs.