Is de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo waarschijnlijk net iets te moeilijk voor een leerling? Dan is het praktijkonderwijs een goede keuze. Op het praktijkonderwijs krijgen leerlingen gewoon les, maar niet volgens een vast programma. De individuele behoefte van iedere scholier staat voorop: wat heeft hij of zij nodig? Iedere leerling wordt op die manier voorbereid op wonen, werken, vrije tijd en burgerschap en als de mogelijkheid erin zit kan ook een leerling uit het praktijkonderwijs een mbo-opleiding volgen.
De vakken
Op een school voor praktijkonderwijs krijgen leerlingen les in de algemene vakken taal, rekenen, informatiekunde en lichamelijke oefening. Maar ze krijgen ook beroepsgerichte of praktijkgerichte vakken. Hierdoor leren ze hoe ze bepaalde beroepen kunnen uitoefenen. Deze beroepsgerichte of praktijkgerichte vakken verschillen per school. De ene school geeft bijvoorbeeld lessen voor magazijn- of vorkheftruckwerk en de andere school lessen op het gebied van horeca, bouw of grootwinkelbedrijf. Je kunt dit nakijken op de websites van de scholen.
Van school naar praktijk
Tijdens de opleiding lopen de leerlingen één of meer stages. Zo doen ze praktijkervaring op. De scholen doen hun best om na afloop een geschikte functie voor de leerlingen te vinden. Zij hebben de wettelijke taak de leerling te begeleiden naar werk.
Wanneer naar het praktijkonderwijs?
Een leerling mag naar een school voor praktijkonderwijs als hij of zij ouder is dan 12 jaar en een indicatie voor het praktijkonderwijs heeft. Een indicatie is een verwijzing van een Regionale Verwijzingscommissie (RVC). De nieuwe school kan dit regelen. Er zijn in ons land zestien RVC’s. Zij beslissen of de leerling inderdaad recht heeft op extra zorg in het voortgezet onderwijs.
Meer weten over Regionale Verwijzingscommissies?