Het vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) is het hoogste niveau binnen het voortgezet onderwijs. Ongeveer 20% van de basisschoolleerlingen gaat hier naartoe. Het vwo duurt zes jaar en bestaat uit het atheneum en het gymnasium. Op het gymnasium krijgen alle leerlingen Grieks en Latijn in de onderbouw en Grieks en/of Latijn in de bovenbouw. Op het atheneum wordt Latijn soms als keuzevak gegeven.
Profielen op het vwo
Op het vwo kunnen leerlingen na de derde klas kiezen uit vier profielen:
• Natuur en techniek (NT)
• Natuur en gezondheid (NG)
• Economie en maatschappij (EM)
• Cultuur en maatschappij (CM)
Een profiel bestaat uit een onderwijsprogramma dat de leerling voorbereidt op een opleiding aan een hogeschool of universiteit. Elk profiel heeft een gemeenschappelijk deel. Dat deel is voor alle profielen gelijk en bestaat uit basisvakken. Denk daarbij aan Nederlands, Engels, wiskunde en maatschappijleer. Daarnaast heeft elk profiel een eigen deel. Voor het NG-profiel kan dit bijvoorbeeld biologie zijn en voor het EM-profiel economie. Ten slotte is er een vrij deel. Dat betekent dat de leerling vakken kan volgen uit een ander profiel. Zoals bijvoorbeeld economie in een NG-profiel. Het volgen van extra vakken kan meer mogelijkheden bieden in de doorstroom naar de universiteit.
Na het vwo
Met een vwo-diploma kunnen leerlingen direct naar de universiteit of naar het hbo.